Typische scheepstermen voor beginners
In de scheepvaart zijn er verschillende termen die vaak worden gebruikt. Voor iemand die nog niet bekend is met deze woorden, kan het nog weleens lastig zijn om het te begrijpen zonder enige context. In deze blog worden de meest gebruikte termen toegelicht die typisch zijn in de watersport.
Aan boord
Bakboord en stuurboord zijn een van de meest gebruikte termen in de scheepvaart en watersport. Vooral op grote schepen. Met deze termen worden de zijdes van het schip bedoeld. Bakboord is de linkerkant en stuurboord is de rechterkant van het schip, wanneer je vanuit de achterkant kijkt. De loefs- en lijzijde zijn ook woorden die vaak voorkomen. Met de loefzijde wordt de zijde waar de wind in komt bedoeld. De lijzijde is de zijde waar de wind vanaf waait. Er zijn ook benamingen voor ruimtes op de boot. De stuurhut is bijvoorbeeld de ruimte waar de boot wordt bestuurd. En wanneer je je in de keuken bevindt, sta je in de kombuis.
Aan boord zijn er ook termen voor onderdelen op de boot. Een geusje is bijvoorbeeld een kleine vlag die (vaak) voorop het schip gevoerd mag worden. Aan boten en schepen hangen ook vaak fenders en stootwillen. Deze voorkomen dat de romp van de boot beschadigd raakt wanneer deze de wal raakt.
Handelingen
In de scheepvaart zijn er ook termen voor bepaalde handelingen. Je bent vast wel bekend met de termen af- en ontmeren. Afmeren is het vastmaken van de boot en met ontmeren wordt het losmaken van de boot bedoeld. Als je aan het afmeren bent, maak je de boot vast met een landvast. Dit is het touw waarmee je de boot vastmaakt aan wal. En wanneer je de diesel- of watertank van het schip vult, wordt dat bunkeren genoemd. Deze termen hoor je misschien minder vaak, omdat ze vooral in de scheepvaart op grote schepen worden gebruikt. Maar het is altijd handig om deze benamingen te kennen.